Kerststol Albèrt
neem de tijd, kookpan, snijplank of siliconen mat
Recept voor 2 middelgrote kerststollen, 1 grote of wat meer kleinere.
Ingrediënten
- 350 gr tarwebloem van de molenaar (gemalen op molenstenen)
- 100-140 ml lauw water (niet warm), hoeveelheid afhankelijk van hoeveelheid ei
- 5 gr zout
- 7 gram instant gist van Bruggeman
- 25 gr basterdsuiker
- 2 eieren
- 75 gr roomboter op kamertemperatuur
- 150 gr amandelspijs
- 150 gr rozijnen en/of krenten
- 40 gr amandelschaafsel
- 55 gr hazelnoten
- voor de afwerking na het bakken:
- boter vloeibaar (of roomboter vloeibaar gemaakt)
- ruim poedersuiker met een zakje vanillesuiker erdoor gemengd
Bereiding
- Dag ervoor: wel de rozijnen/krenten in warm water 30 minuten, laat ze uitlekken en drogen.
- Klop een ei in een kommetje en meng een beetje geklopt ei door de amandelspijs op een bord tot deze hanteerbaar wordt.
- Maak van de bloem, het zout, de basterdsuiker, het overgebleven ei, de gist, het water en de vloeibare boter een soepel deeg. Begin met 100 ml water en voeg indien nodig meer toe. Ik meng de ingrediënten in een kookpan. Als het voldoende gemengd is kneed ik het door op een snijplank of een siliconen mat, gebruik wat bloem als het teveel plakt. Dan maak je er een bal van en doe het terug in de pan, afgedekt met een licht vochtige theedoek of vershoudfolie. Laat het deeg op een tamelijk warme, vochtige, tochtvrije plaats rijzen (minimaal 30 à 45 minuten maar meestal duurt het veel langer). Goed laten rijzen tot dubbele hoeveelheid deeg zodat voldoende massa is om de rozijnen en noten erdoor te mengen.
- Verdeel de amandelspijs voor het aantal stollen en maak er rollen van.
- Haal het deeg uit de pan en leg het op een snijplank. Verdeel het deeg in 2 stukken, of meer als je kleinere stollen wilt.
- Rol het stuk deeg uit tot een rechthoekig stuk.
- Verdeel een deel van de gedroogde rozijnen, de amandelschaafsel en de hazelnoten over het deeg. Vouw het deeg en kneed.
- Duw het deeg uit tot een dikke, ovaal-ronde plak. Leg de rol amandelspijs ongeveer in het midden over de lengte, verdeel nog een beetje en sla het deeg zodanig dubbel dat het omgeslagen gedeelte iets kleiner is dan het onderste.
- Laat het deeg op bakpapier op een bakplaat opnieuw rijzen (minimaal 30 à 45 minuten maar meestal veel langer).
- De oven voorverwarmen op 220°C .
- Bestrijk de stollen voorzichtig en dun met vloeibare boter.
- De bakplaat vervolgens in de oven plaatsen, het brood gaar en bruin laten worden in ongeveer 30 minuten, beetje afhankelijk hoeveel stollen en wat de grootte is geworden.
- Besprenkel het brood in de oven met vrij veel water, laat het daarna nog enige minuten in de hete oven staan.
- Laat het daarna op een rooster afkoelen. Tijdens het afkoelen het brood enige keren met boter bestrijken.
- Als het brood is afgekoeld tot lauw warm, dik met gezeefde poedersuiker gemengd met vanillesuiker bestrooien. Test het even op een klein stukje of het niet teveel smelt want dan moet je nog even wachten. Heb je de de poedersuiker met vanillesuiker niet in een strooibus gemengd dan kun je het ook door een zeef bestrooien of zelfs eerst in een theezeefje te doen.
Extra Info / Tips
Neem vooral de tijd. Het rijzen laat zich niet in een tijd vangen.
8 kleine | 4 kleine | 2 flinke | receptverhoudingen |
1000 gr | 500 gr | 350 gr | bloem |
15 gr | 8 gr | 5 gr | zout |
70 gr | 35 gr | 25 gr | basterdsuiker |
4 st | 2 st | 2 st | eieren |
20 gr | 10 gr | 7 gr | gist |
300-400 ml | 150-200 ml | 100-140 ml | water (LET OP: eerst iets minder aanhouden) |
200 gr | 100 gr | 75 gr | vloeibare boter of roomboter op kamertemperatuur |
400 gr | 200 gr | 150 gr | rozijnen |
115 gr | 60 gr | 40 gr | amandelschaafsel |
160 gr | 80 gr | 55 gr | hazelnoten |
400 gr | 200 gr | 150 gr | amandelspijs |
garnering: | – boter om te bestrijken | ||
– poedersuiker met vanillesuiker erdoor |